donderdag 1 augustus 2013

Mooi bericht van sportmasseur Joost van Deursen

Behalve dat hij een topmasseur is, is hij bovenal een topmens, getuige onderstaand bericht:


"Henry . En familie.  Wat geweldig dat jij in de afgelopen 9 maanden jouw gouden randje hebt gevonden. Fysiek en in je hoofd had je het doel al bereikt zoals de boogschutter niet de roos maar zijn eigen ziel raakt!
Wat een overwinning om zo'n besluit te nemen en ik weet zeker dat je een mooiere dag hebt genoten dan wanneer je aan die massale tocht had meegedaan. De entourage die jij genoot is weergaloos. Je hoort de hoogte en voelt de tintelingen van de ijle lucht veel intenser in de door jou gekozen atmosfeer. Ik ben er trots op dat ik een rolletje speelde in jouw katharsis. Je bent een bikkel met verstandige  kennis van eigen grenzen , gesteund door een fijn gezin . Succes met het vinden van een nieuwe sportieve uitdaging maar dit pakken ze nooit meer van je af . Een topprestatie .Proficiat !

Sportief gegroet , Joost van Deursen"

dinsdag 30 juli 2013

Dag met een gouden randje - enige foto's

Nu ik weer thuis ben, is het tijd om enige foto's van de dag met een gouden randje te publiceren, daar waar nodig aangevuld met enige uitleg (de details staan in de vorige tekst).


Op de top van de Col du Glandon


Op de top van de Col du Telegraph, samen met de Italiaanse jongeman

Close finish?




Nog een paar kilometer tot de top van de Col du Galibier, samen met een Nederlander



Mooi eindshot

Altijd blijven lachen



Veel meer dan een streep en een paar borden is er op de top niet, maar het gevoel is onmetelijk



zaterdag 6 juli 2013

Dag met een gouden randje


De voorbereiding

Bijna 9 maanden trainen voor La Marmotte en dan op het laatste moment de schrik in het lijf krijgen, ik kan vertellen dat dit een heftige gewaarwording is. Mijn terugtrekken voor de rit die mij de dag met een gouden randje zou hebben moeten brengen, was volledig vanuit de overtuiging dat ik het niet moest doen. Luisteren naar het gevoel is lastig, zeker voor een wierenner, die met pijn in de benen een berg opgaat en weet dat opgeven geen optie is.

Gewoon fietsen doet doorgaans geen pijn, maar vanaf enig tempo is het een normale zaak dat pijngrenzen worden verlegd. Dat is juist wat de hobby die wielersport heet, zo leuk maakt. Het beklimmen van bergen van de buitencategorie geeft daar nog een extra dimensie aan vanwege de onlosmakelijke pijn die elke trap kost. Niet trappen is geen keuze, omvallen is het directe en onherroepelijke gevolg. Continue druk op de benen, die schreeuwen om mama, het gaandeweg de klim reiken naar de top, het is het ultieme genot dat een passionele wielrenner zichzelf aandoet.

Twee dagen voor de officiële La Marmotte, lagen we 's avonds net te bed in onze vouwwagen en kwam het in mij op om aan de week een opbeurende draai te geven. "Als ik nou eens morgen La Marmotte ga rijden, met jullie in de volgwagen", zei ik tegen mijn vrouw, wetende dat ik een vrouw van Goud heb die mij alle plezier gunt en zich daar zelf, op gezette tijden voor wegcijfert. Zij twijfelde geen moment en bevestigde dat ze dat zag zitten, met een restrictie: niet morgen, maar overmorgen. Dan konden we ons er allemaal, ook mijn zoon is onderdeel van het team, goed op voorbereiden. Uitleggen van de route aan mijn vrouw, koolhydraten stapelen bij mij, zijn maar een paar dingen die bij zo'n voorbereiding horen.

Nadat we die nacht goed geslapen hadden, stond ze 's ochtends rijstenpap te maken, onderdeel van het koolhydraten stapelen voor mij. Als diëtiste, waaronder ook sportdiëtiste, weet zij dat voeding tijdens zo'n inspanning van het allergrootste belang is om de dag tot een succes te maken. En dat begint dus al eerder dan op de dag zelf. Veel drinken hoort daar ook bij. En dus ook regelmatig, tot irritant toe, naar het toilet lopen. Het hoort erbij.

Het gereedmaken van de fiets krijgt een extra dimensie met de wetenschap dat in de afdaling van de Galibier zo'n tien slecht verlichte tunnels volgen en enig licht op de fiets zeer verstandig is. Door de organisatie van La Marmotte is het zelfs verplicht gesteld. Nu had ik ooit bij de ANWB fietslampjes gekocht die weinig wegen, op batterijen werken en makkelijk te bevestigen zijn. En mijn vrouw had dezelfde al eens meegenomen van de Aldi. Dezelfde, alleen voor de helft van de prijs, terwijl die van de ANWB ook nog met korting waren.

Degene die mij kent weet dat ik al morele bezwaren heb tegen een fietsbel op een racefiets. En iets als verlichting is echt heiligschennis in mijn ogen. Maar goed,voor de veiligheid wil ik mij dan wel even voegen. Uiteindelijk was mijn fiets helemaal geprepareerd voor de tocht.

Bij het uitleggen van de route hoort ook het afspreken van de momenten waar we elkaar zien, en proberen te voorzien wat waar nodig is aan drinken en eten. Want je moet blijven eten en drinken, dat laatste zeker met warmtes van te de 30 graden. Met militaire precisie zijn we zo de dag doorgelopen, wetende dat de dag zelf uiteindelijk bepaalt hoe het gaat lopen. 's Avonds lagen we er op tijd in, wekker op 7:00 uur want om 8:00 uur wilde ik de tocht aanvangen.



De dag zelf

Om 7:00 uur ging de wekker. Ik had goed geslapen, was wel eerder wakker dan de wekker, maar dat komt vaker voor. En dan lijkt een uur lang, maar blijkt zo voorbij met alleen maar wassen, tanden poetsen, aankleden, eten in achtertassen van trui doen en nog alles een keer langslopen. Maar het is zo voorbij. Zo zat ik toch nog net na 8 :00 uur op de fiets.

De arm- en beenwarmers waardeerde ik meteen: de zon was er wel, en begon net wat warmte te leveren, de vocht was er ook en maakte het klam en fris. Vanaf Rochetaillée is het zo'n 6 kilometer naar het begin van de klim naar de Col du Glandon, voor mij alleen bekend vanaf papier. Daarna begint de klim van 24 kilometer waarin zo'n 1200 hoogtemeters worden afgelegd.

Dat lijkt een gemiddelde van 5% maar schijn bedreigt want in de klim zitten een aantal afdalinkjes die je daarna extra omhoog moet om aan de 1200 hoogtemeters te komen. Het is een klim waarin met regelmaat stukken van 8 en 9 tot zelfs 10, 11 en 12% zitten. Dat maakt de de klim nerveus is en maakt het lastig om een ritme te vinden.

Het gevoel tijdens zo'n klim is moeilijk te beschrijven. Alleen op de wereld, nietig zijn tussen de hoge bergen die de natuur biedt, volkomen overgegeven aan de natuur, geen moment van angst, alleen maar rust, opgaan in de eigen ademhaling, ritmisch, hypotiserend.

En dan opeens in de verte een andere fietser. Mooi mikpunt! Nee! Kappen nou, Coumans. Eigen tempo! Zo kwam tijdens de klim een mooie slogan op: Een echte leider rijdt zijn eigen tempo. Kippenvel op het moment dat zoiets opkomt, uit het niets. Tranen ook en het waren niet de laatste van vandaag.

De fietser in de verte bleek een Fransman te zijn die deze col op een type postfiets pakte: niks licht frame, niks professioneel schakelen, wel tassen aan beide kanten. Gewoon genieten, geen notie van tijd. Hij vierde vakantie bij zijn zus. Gewoon lekker Frans kletsen, kost opeens geen moeite, elkaar een stuk de berg op helpen, is alles wat ons bindt. Na enige minuten weer het eigen tempo opgepakt en genieten van het über-blauwe water van het tweede stuwmeer op de route.

De zon begon nu ook haar werk te doen. Er was geen beschutting meer van bomen, maar de hoogte bracht ook wel weer wat verkoeling. Een commerciële fotografe wilde mij en mijn daad op de gevoelige plaat vastleggen, maakte vier foto's en bedankte mij voor de mooie lach. De dag erna begreep ik pas wat ze daarmee bedoelde. Ik heb mezelfnog nooit zo ontspannen gezien op een foto. En dan te bedenken dat ik toen zo'n 22 kilometer klimmen in de benen had.

En opeens honderden schapen op de weg, geen doorkomen aan. Dan maar even wachten, en geloof mij dan was op die plek helemaal geen straf. Geweldige bergpartijen met, tot bepaalde hoogte, een viltachtig groene begroeiing, bijna aaibaar. Een schril contrast met de harde realiteit van het beklimmen van de weg die door de natuur is geklieft.

Tijdens het wachten schoof een andere Fransman aan, ook wel in voor een gesprekje en met hem heb ik de laatste kilometers van de beklimming afgelegd. Ik vertelde hem van mijn plan vandaag en het afzien van de officiële La Marmotte. En of het zo moet, hij begreep mij volledig en gaf zelf aan met dezelfde reden ook niet te kiezen voor de officiële La Marmotte. Concreet verwees hij naar de afdaling van de Glandon die zeer gevaarlijk is, zeker als dat met grote hordes tegelijk gedaan wordt. Zelf koos hij ervoor de Col de la Croix de Fer te doen, een afslag net voor de top van de Glandon, en nog eens 120 hoogtemeters extra. De afdaling van die kant vond hij makkelijker.

Het laatste stukje van de Glandon zag ik Joyce en Joep boven staan. Tranen, niet te bedwingen, opperste staat van geluk. Boven even bijtanken, volledig genieten van de geneugtes van de privé volgwagen. 30 kilometer zaten erop, de eerste col van de buitencategorie ook. In 1:57 uur stond ik boven, de klim zelf in 1:45 uur bedwongen.

En dan de afdaling. Wel even slikken in het begin, maar eenmaal gaande liep het boven verwachting. Het is steil, slecht wegdek, in het begin volgen de haarspeldbochten ekaar in snel tempo op. Rustig doorgaan, veel remmen, snelheid bedwingen, en af en toe worden ingehaald door meer gedreven dalers. Tegelijk met mijn volgwagen kwam ik beneden aan, Joyce haalde me in, op weg naar de top van de Col de la Telegraphe, ons volgende ontmoetingspunt, op zo'n 85 kilometer van de route. Zij werden echter opgehouden door langzaamrijdend vrachtverkeer waar ik wel makkelijk langs kon.

Het stuk totaan de voet van de Telegraphe is buitengewoon saai, ik gok zo'n 20 kilometer lang, langs drukke wegen en industrie, en fietstechnisch best zwaar aangezien het niet alleen maar vlak is. Meerdere wielrenners die mij tijdens de afdaling van de Glandon inhaalden, pikte ik weer op, volgden even, pakten geen kop over en gingen hun eigen tempo verder. Want ik ben dan wel geen begenadigd afdaler maar op het vlakke gaat de diesel erop en is alle schroom weg.

Onderaan de Telegraphe heb ik mijn arm- en kniewarmers uitgedaan, bidons gevuld aan een pomp die met een draaizwengel water gaf, wat gegeten en ben ik aan de Col de Telegraphe begonnen, bijna 12 kilometer tegen dik 7%, regelmatig lopend, op papier, want ook deze kende ik alleen op papier. Vanaf het begin kwam ik in een heel mooie cadans en stofzuigerde een voor een wielrenners op. Ook werd ik ingehaald door een Italiaan, die ik later weer inhaalde. Samen met hem heb ik de laatste 6 kilometers van deze klim afgelegd. Lekker kletsen in het Engels. Hij was 31 jaar, kwam dus uit Italië en had vandaag een tocht van 200 kilometer voor de boeg.

Samen kwamen we op deze tussentop en daar stonden Joyce en Joep weer paraat. Tranen op de top, soms word ik gek van mezelf, maar blijkbaar had ik nog meer te lozen. De tweede klim, deze is van de eerste categorie, zat erop in een uur. Na het nemen van enige foto's en wat snelle voeding heb ik de korte afdaling naar Valloire genomen en daar hebben we met ons drietjes samen gelunched. Geen pasta, dat hadden ze niet, maar een pannenkoek in plaats daarvan, want ook dat biedt koolhydraten.

En dan ligt daar de klim van de Col du Galibier, 18 kilometer lang naar een hoogte van dik 2600 meter. Een paar dagen ervoor waren we er al met de auto geweest, ik weet nog dat er weinig berg omheen zat. Nu zag ik alleen bergen die heel hoog waren en naar een van die toppen ging de reis. Welke wist ik niet en de weg waarlangs ook niet.

In het begin loopt de klim lekker, zo'n 6-7%, daarna pakt hij door en komt het niet meer onder de 8%. Bij Plan Lachat zag ik onze auto staan, Joyce en Joep waren nergens te bekennen, keek ik tegen een zwarte muur aan waar zich een weg langs kronkelde. Er is dan slechts één remedie: blik op oneindig en gaan met die banaan, nog 8 kilometer tot de top, maar wel alleen nog steil. En dan is er de steeds ijler wordende lucht, waar voor gewaarschuwd wordt, maar ook geen ontkomen aan is.

Op 2 kilometer voor de top dacht ik er even goed aan te doen een reepje te nemen en flink te drinken. Die korte stop had ik beter niet kunnen doen, want met het afstappen schoot op alle plekken in mijn been de kramp erin. En dan is het een kunst om weer op de fiets te komen, want met elke andere beweging dan fietsen, schiet het er opnieuw in, en dat is helse pijn. Uiteindelijk lukte het toch, net op het moment dat een Nederlander langsfietste die ik even daarvoor had ingehaald.

Op dat moment riep ook Joyce van bovenop de berg, dat dacht ik althans, en wist ik dat ik bijna boven was. Maar schijn bedroog want zij stond op een kilometer van de top. Ja, soms is het echt een schatje. De laatste kilometer verdween onder de wielen en boven was er weer ontlading. In 1:37 uur was de Col de Galibier bedwongen.

Boven had ik het meteen koud en rilde ik over mijn hele lijf. ik heb de arm- en beenstukken en windjack aangedaan en de afdaling in gegaan. Ik moet toegeven, ervaring leert snel en ik begin afdalen zelfs een beetje leuk te vinden. Vanaf de top van de Galibier naar Bourg d'Oisans is zo'n 50 kilometer en is grotendeels bergaf, maar ook met stukken bergop, en het laatste stuk vlak. De weg kent zo'n 10 tunnels en het was goed dat ik bovenop de Galibier andere, lichtere glazen in mijn bril heb gezet, want daarmee voorkwam ik het enige seconden blind een tunnel in rijden. In 1:20 was ik Bourg d'Oisans.

Op de top van de Gaibier had ik ook besloten om Le Marmotton te rijden, dat is La Marmotte zonder de Alpe d'Huez. Niet omdat het er niet in zat, maar ik vond het niks meer toevoegen aan deze dag met een gouden randje.

In totaal heb ik 7:50 uur gedaan over Le Marmotton over in totaal 165 kilometer, inclusief de tijd van de afdaling van de Glandon, die geneutraliseerd is qua tijd in de officiële La Marmotte. Al met al zou ik zo'n anderhalf uur de tijd hebben gehad om goud te halen voor de beklimming van de Alpe d'Huez, alleszins een haalbare tijd. En dat wist ik al bovenop de Galibier. En ondanks die uitdaging heb ik het niet gedaan. Een echte leider rijdt zijn eigen koers.

De laatste 8 kilometer van Le Bourg d'Oisans naar Rochetaillée, mijn startpunt, heb ik met een gemiddelde van 33 kilometer per uur afgelegd. De meter gaf zelfs een stuk 38 kilometer per uur aan. Ik voelde geen vermoeidheid en kwam als herboren aan. Geen tranen deze keer, ik had genoeg opgeruimd.

dinsdag 2 juli 2013

De laatste week

De laatste week - deel 1

De aanloop naar de start van de vakantie was er niet een om naar huis te schrijven. Dat het druk is op het werk, nog proberen alles geregeld te krijgen zodat de 4 weken afwezigheid van mij zo soepel mogelijk verlopen, is een per vakantie terugkerend fenomeen. Dat Joyce 2 weken voorafgaand aan de vakantie piekdrukte heeft, de agenda zit echt vol met klanten die nog net even voor de vakantie de diëtiste willen spreken, is de laatste jaren ook normaal geworden.

Wat niet was ingecalculeerd, waren de naweeën met de zonnepanelen. Over de zonnepanelen zelf, heb ik niks dan lof: dat hadden we veel eerder moeten doen. Alleen de doorboorde rioolbuis, daar reken je niet op. Een week zonder badkamer, daar zijn we, met hulp van de schoonfamilie die in de buurt woont, ook goed doorheen gekomen.

De vrijdag vòòr de vakantie zou de rioolbuis gerepareerd worden. Zou, want de schade die zichtbaar werd nadat het beton was weggehakt, bleek dusdanig lastig te repareren, dat een vervolgafspraak nodig was. Gelukkig hebben we top-buren die de loodgieter binnen laat, anders hadden we onze vakantie een week moeten uitstellen. Kortom: alles is uiteindelijk geregeld zonder impact op onze vakantie. En toch, het gaat niet in de koude kleren zitten.

Het zal allemaal wel meegeteld hebben bij het goed kapot aankomen op de camping in Rochetaillée. We waren zaterdag laat in de avond vertrokken en kwamen 12 uur later aan. Tussendoor zijn we meerdere malen gestopt, en bij een daarvan hebben we zelfs een uur geslapen. Rond tien uur zijn we gestart met het opzetten van de vouwwagen en om twee uur stond hij helemaal op en lagen de spullen al redeljk op de plek. Dat ging echt relaxed, met tussendoor ook nog ruim de tijd genomen om te lunchen. Daarna hebben we de middag en avond even niks gedaan, behalve gegeten.

Het slapen in een vouwwagen blijft echt heerlijk. Het is het comfort van het slapen in een caravan en het genot van het slapen in een tent in één. Na net niet helemaal het klokje rond geslapen te hebben en op het gemak gelunched, ben ik me klaar gaan maken voor een eerste tocht op de fiets.


De laatste week - deel 2

Rond Bourg d'Oisans is werkelijk het walhalla voor wielrenners. De keuze is reuze en overal zie je dan ook wielrenners. Bij elke campingplaats staat wel een racefiets. De sfeer op de camping is minder vibrerend dan we gewend zijn op campings. Mijn vrouw wijt dat aan de vermoeide wielrenners die al erg vroeg op bed liggen. En daarnaast heerst er ook een zeer sterk ego-sfeertje door al die "professionals".

Even terug naar mijn eerste fietstocht. De route naar La Bérarde trof ik aan in een werkelijk subliem boekje dat bij de receptie lag. Zo'n 40 kilometer enkele reis, bergop en -af, met stukken van 11%, en in totaal 1000 hoogtemeters. Dat leek me wel wat als eerste tocht. Na een "vlakke" aanloop, gaat het bergop tegen 6-7%, loopt het weer even nagenoeg vlak, met hier en daar een afdalinkje. En dan is daar opeens, gedurende een flink lang stuk, 11-12%. Bosjes mensen staan uit te hijgen langs de kant van de weg. Zelf ben ik zo rustig mogelijk doorgefietst, alhoewel mijn hartslag erg hoog was.

En stukje later in de route komt nog zo'n venijnig stuk, met stukken van 10-11%. Met nog 11,5 kilometer tot La Bérarde ben ik even gestopt om een reepje te eten en dat heb ik geweten. Tot dan voelde ik mij best goed. Bij de aanblik van het reepje en de eerste hap begon de wereld de andere kant op te draaien. Na enige bijna-overgeef-momenten ben ik op het wegdek gaan zitten, het klamme zweet over mijn hele lijf. Een passerende Fransman vroeg of het ging. Ik zei "Comme si", maar ik voelde me beroerd.

Er ging van alles door me heen, maar ik kon er niks positiefs van maken. Wat wel bleef doordreunen, was de schreeuw in mijn hoofd: "Waar begin je aanstaande zaterdag in godsnaam aan?". En daarnaast was er ook de stem in mij die zei: "Zorg dat je veilig thuis komt". Ik heb nog enige minuten op het asfalt gezeten en heb vervolgens een foto gemaakt van het bordje waar op stond dat het nog 11,5 kilometer naar La Bérarde was. Als ik nu terug naar huis zou keren, dan was dit het punt waar ik vaarwel tegen La Marmotte gezegd had. Ik voelde me er slecht genoeg voor.

Na nog enige minuten heb ik toen bedacht dat ik ook vaarwel tegen La Marmotte kan zeggen als ik nu wel doorrij naar La Bérarde. Het genieten in het wielrennen was ik helemaal kwijt, dat was een gewaarwording waar ik geen kant mee op kon. Mijn doel voor nu was, ondanks deze rotte ervaring, het genieten terug te vinden. Ik ben dus weer opgestapt en heb de klim voortgezet.

Toen bleek het ergste van de klim er bijna op te zitten en heb ik de rest volgemaakt. Eerlijk gezegd heb ik de prachtige omgeving gemist: ik zat met mijn hoofd totaal ergens anders. Na 2 uur had ik de 40 kilometer afgelegd. De hoogtemeter gaf een dikke 1000 meters aan. De terugweg zat er in 1 uur 15 op en was zeker niet alleen bergaf.

Thuis gekomen was ik er helemaal klaar mee. Ik heb het verhaal aan mijn vrouw verteld. Zij duidde het moment van het eten van het reepje als zogenaamde "dumping". De suikervoorraad is op en wordt in één keer omhooggezwiept. De enige remedie is eerder eten, meer continu eten.

De laatste week - deel 3

Na een niet al te beste nachtrust, het is intussen dinsdag, voel ik me niet opperbest. Een zware kop en rillingen over mijn lijf stemmen mij niet gelukkig. In de bijna 9 voorafgaande maanden heb ik mij niet zo gespannen gevoeld als nu. Het is ook veel meer dan de zogenaamde voorspanning voor de tocht van aanstaande zaterdag. Het is buitengewoon onprettig. Maar ik kan er nu geen kant mee op.

Vandaag had ik de Col du Glandon willen beklimmen, maar ik zie het niet zitten. In plaats daarvan gaan we iets ontspannends doen, een bezoek aan le plateau d'Emparis.


De laatste week - deel 4

Le plateau d'Emparis bleek via een pad van 9 kilometer lengte in 5 uur bereikbaar te zijn. Dat leek ons toch iets te ontspannen. Aldus besloten we om col de Gaibier op te rijden met de auto. Waar ik normaal gesproken met tranen in de ogen zo'n mooie col oprij, zelfs in de auto, leek het wel of nu al mijn emoties waren uitgeschakeld.

De weg naar de top was bezaaid met wielrenners, de meesten op strakke racekarretjes, maar ook sommigen op een postfiets, met flinke tassen links en rechts langs het achterwiel. Ik blijf me daarover verbazen. Op de top was .... de top. Het is niet meer dan een streep waarlangs de weg aan weerszijden afdaalt en een parkeerplaats voor een tiental auto's. Tientallen wielrenners stonden bij te komen van deze megaklim, komend via de ene of de andere kant. Best wel knap.

De eerste stuk van de afdaling terug was ronduit griezelig. Heel smalle weg, geen vangrail, diepe afgronden en steil. De combinatie sloeg bij mij de schrik aan. Daarna werd de weg breder met minder diepe afgronden en doemden zo nu en dan tunnels op. Ik werd er niet gelukkiger van.


De laatste week - deel 5

Met koppijn zit ik de gedachtes in mijn hoofd aan de iPad toe te vertrouwen.

Ik weet niet wat het is, maar ik ben er klaar mee. Wat een dag met een gouden randje had moeten worden, gaat het niet worden: Zaterdag ben ik er niet bij. De droom stopt hier ergens. Dat ik bijna 9 maanden met focus en veel plezier aan de voorbereidingen van de deelname aan La Marmotte heb gewerkt, is mooi meegenomen, maar over het geheel genomen, is het natuurlijk bullshit. Nee zeggen is niet mijn sterkste kant, maar nu gaat dat toch echt gebeuren.

Diep in mezelf hoop ik dat deze "nee" rust en ontspanning brengt waarmee ik helder krijg wat er gaande is. Het voelt als angst, zeg maar gerust doodsangst. En om aan zoiets te beginnen met doodsangst, ik weet het niet, het voelt finaal verkeerd.

Een aantal dingen ga ik me niet verwijten. Meer trainen dan ik heb gedaan, had mijn gevoel nu niet beter gemaakt. Meer laten dan ik heb gedaan, ook niet. Fysiek is er ook geen enkele reden waarom ik het niet zou doen. Psychisch ben ik blijkbaar op een grens gestuit, waar ik nu geen uitweg voor zie. Ik ben er niet eens rouwig om.

donderdag 27 juni 2013

Onrust

Ik zit typisch in een modus waarin alles te lang duurt. Mijn ongeduld begint voor mij en mijn omgeving vervelende vormen aan te nemen.

Ik kan moeilijk de rust vinden in activiteiten die mij tot voor kort ontspanning brachten. Zo is er de website 120w.nl waarin het schrijven van verhalen van maximaal 120 woorden tot kunst is verheven. Intussen heb ik met veel plezier 4 verhaaltjes geschreven en daar heb ik veel lol aan beleefd. De toestand waarin ik mij nu bevindt, brengt mij onvoldoende rust en daarmee creativiteit om iets zinnigs op papier te krijgen. Niet dat het schrijven van verhalen belangrijk is, maar het vinden van rust, zo vlak voor La Marmotte waar ik intussen bijna 9 maanden voor train, zou ik wel heel prettig vinden.

Het kost me ook veel moeite om de fiets te pakken, zelfs daar ben ik te onrustig voor. En als ik dan ga fietsen, en mezelf beloof om een rustig tochtje te maken, dan ben ik dat na 10 seconden zat en trap ik vervolgens bijna 60 kilometer weg in minder dan 1:48 uur. Eerlijk gezegd is dat een beetje belachelijk zo vlak voor de toertocht. Het gaat er nu juist om om lijf en leden soepel te houden en onder niet teveel stress te brengen. Dat weet ik allemaal ook heel erg goed.

Is het soms dat ik zó klaar ben voor La Marmotte, dat mijn lichaam hongert naar de dag waarop de toertocht plaatsvindt, zaterdag 6 juli 2013? Ik zal het daar maar op houden, want een beter alternatief heb ik niet. Morgenvroeg lig ik de laatste keer voor de toertocht op de tafel bij de sportmasseur. Wellicht dat hij mij kan helpen met deze onrust.

maandag 17 juni 2013

Jongensdroom

Zomaar een bijdrage voor 120w.nl, gemaakt op een rustdag na drie dagen fietsen ..... 



zondag 9 juni 2013

Waarom schrijf ik nou in een blog?

Zo nu en dan heb ik mijn beschouwende fase. Dat kan over van alles en nog wat gaan. Deze keer was ik wel eens benieuwd hoe vaak mijn berichten op deze blog gelezen worden. Is dat belangrijk dan? Nee, eigenlijk níet, maar aan de andere kant is het wel leuk. Het schrijven van stukjes voor een blog werkt voor mij ook als niemand het zou lezen. Het is voor mij letterlijk het van me afschrijven van zaken die in mijn hoofd ronddarren. En ik heb wel het gevoel dat het werkt. Bij het werken aan grotere doelen is het zaak om te uiten en daarmee te delen. Het schrijven zelf leidt tot relativing. En dat helpt alleen maar om focus te behouden op datgeen waar het werkelijk om gaat.

Uiteindelijk gaat het mij erom dat ik via een heel mooi traject een heel mooie 6de juli heb, de dag waarop La Marmotte verreden wordt: een traject, waarin niet alleen maar toppen zijn, maar zo af en toe ook dalen. Focus houden op het uiteindelijke doel helpt dan om door te gaan en de twijfel te laten voor wat deze is. Ja, klopt, ik heb nog nooit 4 cols van kaliber in één dag beklommen met de fiets. Ja, klopt, ik heb nog nooit deelgenomen aan zo iets groots waar 7000 wielrenners aan mee doen. En ja, die afdalingen, met zo'n groep vind ik ook behoorlijk spannend. Door het alleen al te uiten, valt de grootste spanning ervan af en weet ik dat ik intussen 8 maanden naar het doel toewerk (en al sinds mijn 8ste op een racefiets zit). En dat is dus precies waarom voor mij het schrijven van een blog werkt.

En als dan ook nog tussen de 15 en 20 liefhebbers mijn blog lezen, dan is dat gewoon leuk. Wat me dan wel interesseert, is waarom één specifieke bijdrage bijna 60 lezers had: "Zeg nooit Nee tegen een dame". Toch wel grappig. Blijkbaar is er iets in de titel dat "pakt". Aan de andere kant is het niet mijn doel om gericht op toename van het aantal lezers te schrijven. Maar leuk is het wel als er dan zo'n uitschieter bij is.